Douglas

Douglas heeft vers meestal een licht geelbruine kleur, die aan licht en lucht op den duur verkleurt tot fraai oranjeachtig geelbruin. Het witachtige spint is bij oude, dikke bomen maximaal 40 tot 55 mm en bij jongere bomen 70 tot 80 mm breed. Afhankelijk van het groeigebied is niet alleen de kleur, maar zijn ook de volumieke massa en de sterkte variabel. Het in Europa gegroeide Douglas hout is in uiterlijk en eigenschappen vergelijkbaar met het second growth uit Noord-Amerika. Douglas bomen bereiken een hoogte van 40 tot 60 meter, met een maximale lengte van 90 meter. De bewerking van Douglas met handgereedschappen is niet eenvoudig. Machinale bewerking levert weinig moeilijkheden op, indien er scherp gereedschap wordt gebruikt. Bij het afwerken van de oppervlakte van Douglas is een voorbehandeling vereist. Bij afwerkmiddelen op basis van polyester kan de natuurlijke droging en de filmvorming verhinderd worden.

Douglas is, dankzij de gunstige sterkte-eigenschappen en de grote afmetingen waarin het te koop is, voor zeer veel toepassingen geschikt. In de bouw zowel voor binnen- als buitenwerk, binnen- en buitenbetimmeringen, pergola’s en hekken. Zwaar balkhout wordt onder andere voor dragende constructies toegepast. Aangezien Douglas behoorlijk bestand is tegen zuren, wordt het ook voor vaten en kuipen voor de chemische industrie gebruikt. West-Europees Douglas wordt gebruikt voor allerlei soorten palen (heiningpalen, boompalen, perkoenpalen, heipalen), damwand, balken en gordingen. Andere namen voor Douglas zijn onder andere Doeglas, Douglas Fir, Oregon en Oregon Pine.